dinsdag, mei 12, 2009

Expotip 13

Tentoonstellingen die ik graag zou bezoeken:
> Het Magritte Museum in Brussel. Een nieuw museum volledig gewijd aan onze meest beroemde surrealistische schilder. Topwerken (foto) die vroeger in een verloren hoekje in het Museum voor Moderne Kunst hingen vormen de kern van de collectie. Niet te verwarren met het René Magritte Museum in Jette!
Meer lezen »

Labels:

zondag, mei 03, 2009

Schone Liekens duren wel lang

Nochtans, echt mooi kan je de schilderijen van Tom Liekens niet noemen. Ze zijn wat naïef geschilderd, er zitten soms afzichtelijke decoratieve elementen in, ze komen in hun geheel nogal kitscherig over, er zit dikwijls een lelijke rand aan het werk, sommige elementen lijken willekeurig op het doek gekleefd, picturale en grafische elementen worden roekeloos dooreen gemengd enzovoort. Maar hij doet dat met zo'n zelfverzekerdheid, zo vlot en met zoveel panache dat het juist mooi wordt. De doeken die ik eerder al op Pushing the Canvas zag en in het MUHKA en nu in de Bains Connective overtuigen alleen al door hun afmetingen (makkelijk 2 op 3 meter), een flauw truukje misschien maar het werkt wel. Ze zijn verder goed gevuld, ik bedoel: er is wel wat op te zien. Je kan zelfs spreken van een Horror Vacui, à la Jeroen Bosh. We zien uitvergrote plastic dierenfiguurtjes, sleden achtervolgd door meutes wolven, gebouwen die veel weg hebben van peperkoeken huizen, kuddes zebra's aan een drinkplaats, als knuffelbeest verklede mensen (met de kop afgezet), jagers poserend bij hun prooi, een caravan, vliegende vissen, het vlot van Thor Heyerdal etc. Je blijft kijken. Al deze elementen staan meestal nogal verspreid in het landschap. Dat landschap is Discovery Channel, maar dan sterk overdreven. Donkere bossen, bliksemschichten, sneeuwlandschappen, een wilde zee, zonsondergangen. Dat alles in felle transparante kleuren in sterk contrast geplaatst met donkere grafische vormen van bomen en bergen. Een beetje de aanpak van Peter Doig, met eenzelfde levendig plastisch resultaat als gevolg. Het geheel wordt dikwijls nog aaneengesmeed door de aanwezigheid van pure decoratie, bv. een barok behangpatroon. Of door een boord rond het tafereel. Het eindresultaat doet denken aan de fabriekschilderijtjes die je op de rommelmarkt aantreft. Pastorale taferelen gemaakt volgens geijkte formules met bergjes en boompjes en beekjes en diertjes en bruggetjes, volledig gecomposeerd. Alleen: hier wordt dit grotesk uitvergroot en krijgt het beeld wat scherpe randjes bv. door de aanwezigheid van dode dieren of de grimmige koloniale scènes. De schilder wist ons vertellen dat hij zich o.a. op kitscherige wandtapijtjes heeft geïnspireerd. Vandaar ook de randen en de decoratieve elementen en misschien ook wel de afmetingen. Het schilderij als wandtapijt, de schilder als beeldwever (Tom Tom Tapis). De werken zijn op inhoudelijk vlak al bijna even sentimenteel als het Huilend Zigeunermeisje of de Trieste Harlekijn. Wie verslond als kind geen boeken over de grote ontdekkingen of de zeeroverij of de dieren in Afrika? Je moet als schilder toch over enige durf beschikken om op dergelijke cliché thema's voort te gaan en daar dan een overeenkomstig kitscherige schilderstijl bij te hanteren. Geen probleem als je het dan meteen groots aanpakt, en dat doet Tom Liekens. Zoals alle leerlingen van Fred Bervoets trouwens (en Bervoets zelf). Denk maar aan Kati Heck met haar megalomane werken vol referenties naar de hedendaagse Duitse low culture (bier en kebap). Of Koen Van Den Broeck met zijn extreem uitgepuurde landschappen die slechts uit schaduwen en wegmarkeringen bestaan. Of Nick Andrews met zijn nieuw expressionisme met waanzinnige kleurschema's. Want onderschat deze schilders niet: het is helemaal geen toeval dat hun schilderijen eruit zien zoals ze eruit zien. In Actionfields kon ik de vele voorstudies (in aquarelvorm) zien die Liekens voor zijn schilderijen maakt. De beoogde effecten worden nauwgezet voorbereid, de kijker wordt er met voorbedachte rade ingeluisd. Het zijn alleen schilders met visie die zoiets kunnen, de goeie ouwe Pépé Rubens achterna.

Labels:

vrijdag, mei 01, 2009

Vergeet Antwerpen, vergeet Knokke, vergeet Watou

Er was een tijd dat Brussel niet voorkwam in het rijtje Belgische kunststeden. Toch niet als we kunst verengen tot actuele kunst, ik ben nu eenmaal een paard met oogkleppen. Steden of zelfs dorpen die altijd weer genoemd worden zijn Antwerpen, Knokke en Watou. Er zijn musea, galerijen en/of kunstfestivals. In Antwerpen komt dat door de vele loft's, waarvan de hoge en witte muren smeken om een hedendaags schilderij. Knokke heeft dan weer een massa villa's waarvan het zicht op zee niet volstaat om de bewoners te bekoren, zij willen ook actuele kunst maar dan liefst van een bekende naam. Watou komt louter toevallig in het rijtje voor, het telt één liefhebber van hedendaagse kunst maar wat voor één (hij schrijft ook gedichten). Wel, vergeet Antwerpen, Knokke en Watou (en ook Deurle for that matter): Brussel is nu aan zet. Er is een centrum voor actuele kunst (Wiels), er zijn galerijen (meer internationale galerijen dan in Antwerpen) en er is een jaarlijkse kunstbeurs (Art Brussels). Hoe dat komt? Omdat Brussel een wereldstad is zeker. En er is natuurlijk geen enkele eurocraat die het zich kan permitteren om geen schilderij van een hedendaagse kunstenaar aan de muren van zijn loft of villa (of is het loft èn villa) te hebben. Enfin, tot zover deze chauvinistische uitschuiver. Want eigenlijk wou ik het gewoon over Art Brussels 2009 hebben. Een knappe kunstbeurs. Internationale uitstraling, veel Belgische galerijen maar ook een niet onaardig aantal uit Parijs, Londen, Berlijn, New York. De schilder- en tekenkunst doet het beter dan ooit, mijn indruk is wel dat de fotografie achteruitgaat. Ik heb mooie werken van bekende namen gezien: Marcel Van Eeden bij Zink, Stephan Balleux (foto) en Hell'o monsters bij Think 21, Jan De Vliegher bij Zwart Huis (foto), Joris Ghekiere bij Koraalberg, Ronald Ophuis her en der, Baumgärtel bij Kleindienst, Dondeyne bij Transit, Folkert De Jong (foto) bij André Simoens Gallery, Robert Devriendt bij Baronian Francy, Jan Van Imschoot bij Moser (foto), Baldessari en Koen Vanden Broeck bij Greta Meert, Nick Andrews en Bervoets bij De Zwarte Panter, de schilders van Chinese Contemporary (ik kan hun namen zelfs niet opschrijven). Een grote verassing voor mij waren de aquarellen van Hans op de Beeck. Ik kende de man toch vooral van zijn intrigerende maquettes, wist ik veel dat hij zo mooi kon schilderen. Er hingen twee zwart-wit exemplaren bij Xavier Hufkens (foto en foto). Nog een verassing was een schilderij van Kamagurka. Ik vind zijn werk normaal gezien verschrikkelijk, maar nu stuitte ik op dit schilderij. Het is op een digitale ondergrond geschilderd, maar dat is in dit geval een meerwaarde. Het dorpje op het schilderij lijkt regelrecht gehallucineerd met dat stralingsaura errond. Een tegenvaller was de solo-show van Cindy Wright. Ik weet zelfs al niet meer juist wat er op de werken stond. Onder andere een schedel denk ik. Ik hield net zo van het (mensen)vlees op haar schilderijen, iets waar haar hyperrealistische schilderstijl zich bijzonder goed toe leende. Het was ook zo'n hedendaags onderwerp, dit in tegenstelling tot bv. een schedel (is er een meer afgezaagd onderwerp in de schilderkunst?). En dan nu, tara, de ontdekkingen. Ik som ze voor u op, klik op de link indien aanwezig om te achterhalen waarom het ontdekkingen zijn. Rinus Van de Velde bij Zink (houtskooltekeningen à la Marcel Van Eeden, maar groter), Karel Wouters bij Crown Gallery, Katharina Grosse (groot en felgekleurd abstract) en Gabi Hamm bij Conrads, Miriam Vlaming bij Mertens (foto), Sam Salisbury bij Rodolphe Janssen, Erik Sandberg bij Conner, Dan Coombs bij Fred, Carter bij Salon 94, Steve Viezens (vreemde dieren en mensen, foto) en Sebastian Nebe (mensen in vreemde situaties, foto) bij Kleindienst, Adam Leech bij Hoet-Bekaert, Amanda Besl en Colen Cook bij Areoplastics, Bernard Tullen bij Triangle Bleu, Lisa Sanditz en Angela Dufresne bij C.R.G. (foto), Jorma Puranen bij Anhava, Till Gerhard bij Galleri K, Enrique Marty bij Deweer, Ida Tursic bij Pietro Sparta, Henry Darger (outsider-art) bij Edlin, Melissa Gordon bij Boesky, Ivan Andersen en Brigitte Waldach bij Bjerggaard. Zie, dat doe ik nu graag. Mijn ontdekkingen aan de mensen meedelen, of gewoon het ontdekken op zich, tout court. Dat blijft toch interessant aan kunstbeurzen, nieuwe kunstenaars leren kennen. Naast het kopen van dure schilderijen natuurlijk voor op onze loft...

Labels: