woensdag, december 24, 2008

Post-graffiti

Er zijn van die zaken waar je zowel voor als tegen kan zijn. Graffiti is zoiets. Ik vind het verschrikkelijk om zien hoe gebouwen en treinstellen beklad worden met ordinaire tags (een tag is de handtekening van de graffitispuiter). Het is als pissen tegen een paal om je terrein te markeren. Puur vandalisme, het werd niet voor niets 1500 jaar gelden door de Vandalen uitgevonden (zij krasten hun naam in de muren toen ze Rome plunderden). Maar er is ook mooie graffiti. Ik heb het dan niet over tags, maar over pieces (om in het graffiti-jargon te blijven). Daarmee wordt een visueel samenhangend geheel van teksten en/of afbeeldingen bedoeld. Vooral de figuratieve variant daarvan interesseert mij. Graffiti-abstracties zijn meestal puur tekstueel gebaseerd, wat ik een beperking vind. Voorbeelden genoeg echter van uitstekende figuratieve graffiti. In Gent weet ik een aantal mooie muren zijn (deze bijvoorbeeld) en ook in Brussel zijn er prachtige exemplaren te bewonderen. In ons eigenste Anderlecht is onder de Grote Ring een tiental muren speciaal voor graffiti gereserveerd, een initiatief van de intussen overleden schepen van Milieu en Reiniging (erg passend de graffiti-schepen genoemd). Het feit dat er legale graffiti-plekken bestaan wijst op een maatschappelijke drang om het fenomeen te controleren, maar betekent ook dat er alsmaar meer artistieke (lees mooie) graffiti wordt gemaakt. Maar, en nu komt een fantastische term om mee uit te pakken op recepties, er bestaat ook zoiets als post-graffiti. Daarmee wordt niet de periode na de graffiti bedoeld, als graffiti al bestaat sinds de Vandalen zal er niet zo snel een eind aan komen. Het begrip slaat eerder op de carrière van de graffiti-artiest. Wordt zijn werk erkend in kunstmiddens? Maakt hij ook werken op doek? Zijn zijn werken te koop in een galerij? Zo ja, dan is de graffitispuiter kunstenaar geworden, hij is a.h.w. de graffiti ontgroeid. Pionier op dat vlak was Keith Haring, al bestond de term post-graffiti toen nog niet. Erg bekend intussen is Banksy, een erg geëngageerde graffiti-artiest met een veel gekopieerde stijl op basis van sjablonen. Maar, je voelt mij al komen, er is intussen ook een interessante Belgische post-graffiti scene ontstaan. Eerder dit jaar bezocht ik in Think.21 de expo van Hell'O Monsters, een graffiti-collectief. En vorige week ben ik even binnen gesprongen bij Artifex (waar de Gentse graffitispuiter zijn spuitbussen haalt) voor de expo van Klaas Vanderlinden. Ik kende zijn werk van Take Away en was onder de indruk van zijn technische aanpak, zijn onderwerpskeuze en zijn trefzekere stijl. Dat laatste is een vereiste voor de grafittispuiter, zeker als je illegaal te werk gaat. Meest bijzonder vind ik zijn schilderijen van 's nachts met de flits gefotografeerde werklui in fluopakken. De pakken lichten mooi op en Verlinden schildert er zelfs de rode ogen bij. Zijn techniek sluit perfect aan bij de nachtelijke scenes, hij vertrekt nl. van een zwarte ondergrond en schildert er de lichte delen bovenop. Een schilder om in het oog te houden, 30% van de getoonde werken was al verkocht en de prijzen liggen absoluut niet hoog. Een duurzame investering (als ik het geld mocht besteden)! Onlangs trok ook nog een andere post-grafitti expo mijn aandacht, nl. in galerij Alice in Brussel (foto). Via een kunstblog uit Nederland kwam ik te weten dat één van mijn favoriete schilders van het moment er tentoonstelde, nl. Simon Schrikker. Die schildert agressieve honden, voor hem niets meer dan een excuus om een assertieve schilderstijl te cultiveren. Hij kan er zijn fysieke schildersdrang in kwijt. Dat betekent dat je als toeschouwer een, op het eerste zicht, abstracte verflawine over je heen krijgt waarin, als je wat afstand neemt, op wonderlijke wijze de beeltenis van een hond verschijnt. Schitterend eigenlijk. Daarbovenop was er ook uitstekend werk van Boris Tellegen en Henny Overbeek te zien. Ik kon het niet laten om de catalogus te kopen met daarin, jawel, de handtekeningen van de drie kunstenaars in onvervalste graffitistijl. Post-graffiti: ik ben er helemaal voor!

Labels:

vrijdag, december 19, 2008

Beeld en woord, woord en beeld

Sommige schilderijen vertellen een verhaal, je kijkt ernaar en je ziet vanalles gebeuren. Het kan ook dat een verhaal een schilderij maakt, dat het erop geïnspireerd is. Bij Jan Van Imschoot gebeuren beide tegelijk. De werken die hij toont in Baronian Francey vertrekken van een verhaal, maar de schilderijen roepen bij de kijker ook nieuwe verhalen op. Het verhaal gaat over de praktijk om kinderen aan hun armen of benen door de lucht te zwieren of zelfs in de lucht te werpen. Dat zou goed zijn voor de reflexen. Op de werken staan gespierde mannen in onderlijf die met lieve kindjes met krulhaar zwaaien. Een verhaal dat dankzij de hand van Van Imschoot mooie beelden oplevert. De mannen hebben stevige benen en grote voeten, sommige hebben er zelfs meer dan twee. De kindjes zien er schattig uit in hun broekjes of pakjes en met hun blozende wangen. Van Imschoot schildert schetsmatig, je ziet de lijnen nog staan. Hij gebruikt aardkleuren en synthetische kleuren dooreen in een evenwichtig geheel, daartoe zet hij soms opzettelijk ergens een vlek of een veeg. De grond waarop de mannen staan zorgt voor een mooie vlakverdeling evenals de cirkels en strepen op de achtergrond (een waterrad volgens de tekst) en de afplakstroken. De werken zijn ook groot, ze zijn zeer aanwezig. Maar dan komt stap twee. Als kijker bekruipt je toch het gevoel dat er met de kinderen gesold wordt, dat je dat smijten met kinderen voor hetzelfde geld mishandeling zou kunnen noemen. Iedere ouder weet dat je een baby niet mag "schudden". Wat als je zo'n kleine zijn arm of been loslaat of als je een in de lucht geworpen kind slecht opvangt? Van Imschoot geeft ons alvast een mogelijk antwoord, de titels van de expo is namelijk "Repercussions". Misschien houden de kinderen er iets aan over. Er is ook een schilderij waar een tekst opstaat die op het eerste zicht niets met het beeld te maken heeft, maar eigenlijk toch weer wel want hij gaat over schilderen. En zo laat Van Imschoot beelden woorden opwekken en woorden beelden. Een praktijk, zo zegt hij zelf, die ooit door de Hollandse meesters is gestart en waarmee veel later onder andere Magritte iedereen beetnam. Goede schilderijen zijn niet eenduidig, ze zetten zowel aan tot kijken als tot denken. In elk geval vond ik de werken op deze expo veel beter dan "Die Wasserrueben und der Kohl" waaraan Van Imschoot eerder dit jaar deelnam. Toen was er teveel om over na te denken, maar te weinig om te bekijken. Er is op dit moment trouwens ook werk van hem te zien in Aeroplastics in Brussel en in het CC in Mechelen, in beide gevallen als onderdeel van een groepstentoonstelling. Bij Aeroplastics hangen enkele oudere werken van Van Imschoot, maar het opzet van die tentoonstelling was zo compleet anders dat ik het er liever eens in een ander bericht over heb. Er is binnenkort trouwens nog een expo van Jan Van Imschoot, in galerij Charlotte Moser in Genève. Wat daar te zien zal zijn is niet duidelijk, misschien de schilderijen die bij het intverview met Van Imschoot in Kunsthart staan afgedrukt?

Labels:

zondag, december 07, 2008

Kunst in huis 4

We hebben nu dit tweeluik van Geert Opsomer in huis. Het heet On Fire, techniek is mixed media, afmetingen per stuk ongeveer 30 op 50. Ik denk dat het een ingekleurde linodruk is die op doek is geplakt. Bovenop de stevige laag blinkende vernis is nog een mat witte opdruk aangebracht, heel subtiel. Het werk spreekt verder wel voor zich zeker? Verder namen we nog dit werk mee van Emanuel Depoorter, met als titel Pathetische tekening. Techniek houtskool op papier, afmetingen ongeveer 80 op 110. Wat voor een pathetisch wezen is de mens toch, hij doet zich voor als erg geleerd, maar stamt gewoon af van de aap. Maar het kan ook over iets anders gaan natuurlijk.

Labels: