zaterdag, september 16, 2006

Kunstpraat 3

"Du musst beim Malen aufpassen, dass du das Malen nicht lernt". Deze uitspraak vond ik terug in een oud nummer van Kunsthart. Het is een citaat van de Duitse schilder Markus Lüpertz, aangehaald door Werner Mannaers. Makkelijk gezegd natuurlijk, als je het schilderen wellicht al lang onder de knie hebt. Niet echt bemoedigend ook voor ons, amateur schilders, die uit alle macht het ambacht proberen aan te leren op de academie. Hoewel, het programma dat ik volg op de Gentse academie huldigt wat dat betreft het Just In Time principe: je maakt je een bepaalde techniek pas eigen als je hem nodig hebt. Kwestie van geen creatief kostbare tijd te verliezen. Enfin, ik denk dat die mijnheer Lüpertz eigenlijk bedoelt dat schilderen geen formule mag worden. We moeten vermijden dat de schilderkunst niet meer evolueert, dat er geen nieuwe dingen meer worden gemaakt. Normen steken echter voortdurend weer de kop op, maar gelukkig zijn er altijd weer schilders die daar tegenin gaan. Een mooie manier om dat te doen is bv. met opzet lelijk beginnen schilderen. In hetzelfde nummer van Kunsthart wordt naar deze aanpak verwezen naar aanleiding van een expo van Pjeroo Roobjee. Blijkt dat deze methodiek Bad Painting wordt genoemd. Schilders als Magritte in zijn période vache worden als voorlopers beschouwd, en een aantal van mijn favorieten worden ertoe gerekend, nl. Julian Schnabel, Sigmar Polke en Philip Guston. Ook de zgn. Nieuwe Wilden met o.a. Martin Kippenberger. Wie zou momenteel nog durven beweren dat dit slechte schilders zijn? Grappig is dat ondertussen het ouderwetse academische schilderen als Bad Painting wordt beschouwd. Helaas is dat nog niet op alle academies of bij alle amateur schilders doorgedrongen. Symptomatisch zijn cursussen zoals bv. "Leer schilderen met Bob Ross" die daar handig op inspelen. Conclusie: we moeten leren om niet teveel te leren.

Labels: