We Madrid it!
Het voorbije verlengde weekend zijn we naar Madrid geweest. Eindelijk een kans om onder het mom van een city trip het fameuze Prado museum te bezoeken, zo dacht ik. Maar de stad zelf is ook absoluut de moeite waard: lekkere tapa’s en wijn, overal Camper winkels, brede lanen en schitterende gebouwen, uitgestrekte parken, heerlijke cafe con leche. En een lekker zonnetje in deze tijd van het jaar. Onze hotelkamer kon ons niet afsluiten van het Madrileens feestgedruis en de vlucht met Virgin Express leek wel erg op massatransport, maar alles bijeen was het heel leuk.Vrijdag hebben we geen museum gedaan en zaterdag zijn we ’s avonds even langsgegaan bij het Reina Sofia museum. Het grote werk - het Prado museum – stelden we uit tot zondag. In het Reina Sofia was, o godsgeschenk, een tijdelijke show met schilderijen van Chuck Close. Hier en daar heb ik wel al eens een geïsoleerd werk van hem gezien. Maar ik kan u zeggen dat een ganse hal met schilderijen van hem echt wel indruk maakt. Temeer daar het stuk voor stuk serieuze lappen betrof: 2,5 meter hoog op 2 meter was een typisch formaat. Allemaal portretten, zoals gebruikelijk. Gebaseerd op foto’s, in de beginjaren hyperrealistisch weergegeven en later op diverse originele wijzen verrasterd. Het principe is daarbij altijd hetzelfde: het neutraal registreren van licht en donker, van vormen en kleuren. Een abstracte aanpak waarbij een realistisch beeld wordt bekomen, een aanpak die ook Gerhard Richter niet onbekend is! Verder in het Reina Sofia stuitten we op de Guernica van Picasso. Monumentaal. Goed geschilderd. Streng bewaakt. Veel volk. Zeer interessant was de fotoreeks over het maken van het werk. Stap 1: de figuren plaatsen, stap 2: daar een vlakverdeling overheen tekenen, stap 3: de aldus versneden vlakken inkleuren, stap 4: nog veel veranderen. Dat moet ik zelf eens proberen, misschien best op een ietwat kleiner formaat. Verder nogal wat Dali’s en Miro’s in het museum. Van deze laatste o.a. het werk dat al jaren op mijn koffiemok prijkt (zie foto). Tijd om terug de stad in te trekken en rechtopstaand aan de bar een paar tapa’s en een pintje achterover te slaan. Slechts met mate uitgerust schoven we de volgende morgen aan voor het Prado. 100 zalen, hoe moesten we dat aanpakken? We begonnen met wat Vlaamse Primitieven: een aanbidding van Memling, een heilige Barbara van Van Der Weyden, het leven van Maria van Bouts. Waarop een gigantische klepper volgde: De Tuin der Lusten van Jeroen Bosch. Fenomenaal werk: de psychedelische kleuren, de waanzinnige verbeelding, de talloze details. Ironisch genoeg moet die schilderkunstige overdaad één van de zeven hoofdzonden uitbeelden, meer bepaald overdaad. Terwijl het linkerpaneel nog het paradijs afbeeldt, toont het centrale luik een overbevolkte wereld waarin de mens zich gulzig aan diverse geneugten overgeeft. Het rechterpaneel geeft aan waar dat alles toe leidt, meer bepaald de hel. Terug naar het Prado en een verdiep hoger zaten we al snel weer in de schilderkunstige hemel. Die begon met een bekend naakt van Goya, waarvan ook een geklede versie blijkt te bestaan. Geef mij maar het naakt! Via via kwamen we terecht bij Velasquez. Onder andere bij een beroemd familieportret waarvan ik niet wist dat het van hem was: De eredames. Prachtige compositie waarbij de figuren zich vnl. in de onderste helft bevinden, een ruimtescheppende truuk die ook Francis Bacon en Neo Rauch niet onbekend is. Volgden nog meer schilderijen van Velasquez, stuk voor stuk meesterwerken. Nu snap ik waarom Dali zich aan deze schilder spiegelde en er zelfs een kruisiging van naschilderde. Ineens kwamen we aan bij mijn grote favoriet: El Greco. Zere voeten en honger verdwenen bij al die bleke en verticaal uitgerokken figuren vervuld van mystieke extase en gekleed in felgekleurde gewaden. Ik herkende al direct De man met de hand op de borst. Verder viel ik achterover van: De aanbidding door de herders, de luiken van het retabel van een kerk in Madrid met o.a. een kruisiging, een Christus die het kruis draagt (met zowaar een vierkant halo). Geschilderd door iemand die werkelijk doortrokken was van zijn geloof, heel ontroerend. Hoewel we hierna voor mijn part naar huis terug konden, volgden nog een paar zalen met werk van Rubens, alweer een schilderheld van mij. Ik herkende o.a. Adam en Eva en De 3 gratieën. Deze laatsten hingen er lekker volslank bij, terwijl wij zowat van de honger omkwamen. Achteloos een Rembrandt en nog wat Titiaan’s passerend lieten we de laatste 10 zalen voor wat ze waren en ontsnapten naar het park met een broodje. Volgden nog: een zakje nootjes, een frisco en nog een laatste cafe con leche. Waarna we ons terug als sardienen de Spaanse lucht lieten inheffen, ge moet wat voor de kunst over hebben niewaar.
Labels: Vakantie