Ja hoor, we zijn dit jaar ook op reis geweest. En de bestemming was niet van de minste: de
Rocky Mountains. Ik weet het, er is nogal wat dat tegen Amerika pleit. Bush is een monster en dergelijke. Maar het blijft een fantastische reisbestemming. De natuur in de
Far West is overweldigend mooi. Het ruimtegevoel is niet te overtreffen. Als je er geweest bent kan je niet anders dan besluiten dat we hier in België met veel te veel mensen veel te dicht op elkaar leven. Verzuring zoals bij ons kennen de Amerikanen dan ook niet, ze zijn allemaal even open en joviaal. Een beetje dom misschien, maar dat wordt ruim gecompenseerd door een ongebreidelde ondernemingszin en levenslust.
Enfin, we hebben daar drie weken in een
grote Amerikaanse bak rondgetoerd. In essentie zijn we van Denver naar Seattle gereden, waarbij we om en nabij de 4000 km hebben afgelegd. Doelen van de reis waren in de eerste plaats de nationale parken in de Rockies. We hebben achtereenvolgens voor u bezocht:
Rocky Mountain NP,
Yellowstone NP (zo groot als Vlaanderen!),
Grand Teton NP en
Glacier NP. We hebben mooie ritten door de parken gedaan, prachtige wandelingen gemaakt, in primitieve blokhutjes verbleven en in romantische chalets gedineerd (bizon steak!). De wilde dieren hebben fantastisch meegewerkt want we hebben gezien: coyotes, elanden, bizons, pelikanen, berggeiten, 1 bruine beer...
Verder was het natuurlijk ook de bedoeling om cowboy's en indianen te zien. Het Wilde Westen weetjewel. Cowboy's waren er bij de vleet, althans de actuele versie ervan: nog steeds in jeans en met Stetson, maar uitgerust met een 4x4 met aanhangwagen voor paarden. We hebben
een rodeo bijgewoond alwaar we mooie demonstraties kregen van het cowboyleven, te weten: het vangen van kalveren en stiertjes met de lasso, het berijden van onwillige stieren en paarden etc. Indrukwekkend. Het neerschieten van indianen behoort niet meer tot de activiteiten, afgaand op het beperkt aantal roodhuiden dat we zijn tegengekomen lijkt dat nu wel definitief achter de rug. Voor de rest ook massa's sporen van het pioniersleven: verlaten goudzoekerstadjes enzomeer.
En Kunst, hoor ik u vragen, was er dan geen Kunst? Nee, dat was er niet. Of toch niet veel: er was een cowby-schilder en er was het Seattle Art Museum. Die cowboy-schilder, ene
Charles M. Russel, was wel echt de moeite. De man trok in zijn jonge jaren (op het einde van de 19de eeuw) naar Montana. Hij was gefascineerd door het Wilde Westen en wou cowboy worden. Tegelijk maakte hij schilderijen waarin hij de typische scènes en karakters van de Far West uitbeelde (de loneley cowboy, de trapper, de stoïcijnse indiaan, de buffeljacht etc.). Hij deed dat zo goed dat hij 10 jaar later full time artiest werd. En dat zonder enige kunstopleiding. "Nature is my teacher" was zijn uitleg. Zouden paarden weten hoe je een goed schilderij maakt? In het
Seattle Art Museum hebben we nog mooie dingen gezien, maar niets om van achterover te vallen (De Chirico, Sargent, Murillo, Van Dyck, Richter, Close, Polke etc.).
Opvallend waren de vele referenties naar schilderen in Yellowstone. Dat park bevindt zich in een gigantische vulkaankrater. De grond zit dan ook vol gaten waaruit, al naargelang het geval, water opspuit (
geyser) of water opborrelt (
hot spring) of modder opborrelt (
mudpot) of gas ontsnapt (
fumarole). Blijkbaar roept dat bij diegenen die voor de overeenstemmende locaties een naam moesten bedenken associaties op met verf en borstels e.d. Vandaar namen als: Artists Paint Pot, Chromatic Pool, Paint Brush etc. Het landschap als kunstwerk als het ware. Een hele eer voor de schilderkunst in dit geval!
Labels: Vakantie