zaterdag, oktober 28, 2006

Schilderij of antifoto?

Er stond onlangs een mooie uitspraak van David Hockney in de krant, naar aanleiding van zijn tentoonstelling in de National Portrait Gallery. Hij zegt: “Een schilderij is beter dan een foto, al was het maar door de langere belichtingstijd.” Waarmee hij prachtig verwoordt dat een schilderij een integratie is van beelden en gezichtspunten en daardoor alleen maar rijker kan zijn. Zelf heeft hij ooit krampachtig gepoogd om meer in een foto te steken dan erin zat, bv. met zijn Polaroid collages. Hij nam een ganse reeks foto’s van delen van een bepaalde scène om daarna het geheel weer in elkaar te puzzelen. In het resultaat, dat hij ondertussen zelfs een “antifoto” noemt, zat het effect van het tijdsverloop tussen de eerste en de laatste foto, bv. een hand die zich had verplaatst of de belichting die was veranderd. Later is hij sowieso verschillende gezichtspunten in één schilderij gaan samenvoegen waardoor je bv. tegelijk in de verte en naar de grond kan kijken. Hij meent deze aanpak ook terug te vinden in het werk van o.a. de Cubisten, waaronder Picasso en Braque. Anderzijds echter is het Hockney die ons met zijn boek “Secret Knowledge” heeft gewezen op de invloed van het fotografisch beeld op de schilderkunst. Een invloed die toch niet tot “arme” schilderijen heeft geleid, als we de resem artiesten bekijken die er gebruik van heeft gemaakt: bv. Caravaggio, Vermeer en Ingres. En ondertussen mogen we zeker ook niet voorbijgaan aan de laatste trends in de fotografie. Daarbij worden foto’s verrijkt met andere foto’s of gemanipuleerd om het beeld interessanter te maken. Van een aantal fotografen wordt gezegd dat hun foto’s veel weg hebben van een schilderij, niet omdat er verf wordt gebruikt maar bv. omwille van de compositie of de belichting. Ik denk bv. aan Jeff Wall die indrukwekkende scènes samenstelt uit naadloos samengevoegde foto’s of aan Loretta Lux die kinderportretten zodanig manipuleert dat het afbeeldingen lijken van aliens. En we staan nog maar aan het begin. “Exciting times are ahead” zoals Hockney het alweer mooi verwoordt.