vrijdag, februari 08, 2008

Een schilderij om mee te nemen

Een galerij beginnen is geen kinderspel. Je moet niet alleen een paar goede kunstenaars kennen. Je moet ook een ruimte kopen of huren, de godganse dag in de galerij zitten wachten op klanten, vernissages organiseren met drankjes en hapjes, kopers met een goedgevulde beurs aantrekken etc. Een dure zaak, zeker in Brussel. Tenzij je natuurlijk het business model van een galerij radicaal herziet. Dat is nu net wat Nicolas Verbiest heeft gedaan. Zijn galerij heet Take Away en zijn werkwijze is als volgt: 1) open een galerij voor één dag, 2) organiseer tegelijk een fuif, 3) vraag geen commissie op de werken en 4) laat alles betalen door een sponsor.

Voordeel van een eendagsgalerij is dat je er je job niet voor moet opgeven. Verbiest werkt als decorateur voor de VRT, een droomjob zo zegt hij zelf. Voor de laatste editie van Take Away op 26 januari huurde hij voor één dag een ruimte in het IMAL. IMAL staat voor Interactive Media Art Laboratory en beschikt over mooie industriële ruimten langs het kanaal. Vorige edities vonden plaats in Verbiest zijn loft in Brussel, maar die was daarvoor te klein geworden. Om volk te lokken was er om 16u een vernissage en om 21u een dansfeest. De oudere edities waren in het achterhoofd van de Brusselse media blijven hangen zodat o.a. op FM Brussel nogal wat ruchtbaarheid aan het initiatief werd gegeven. Op de vernissage was er in elk geval veel volk, naar het feest zijn we helaas niet kunnen gaan. Het moet wel leuk geweest zijn om zo tussen de schilderijen te staan swingen. Hapjes en drankjes waren ruim voorhanden. Voor een drankje moest wel een bescheiden bedrag worden neergeteld. De prijs van de kunstwerken varieerde tussen 350 en 2.000 Euro. Voor het laagste bedrag had je al een fotoafdruk of zelfs een klein schilderij. Het maximumbedrag gold voor een schilderij van 1 meter breed op 1,5 meter hoog. Echt heel laag zijn die prijzen niet, maar ze liggen in elk geval een stuk onder die van een klassieke galerij. Het feit dat Verbiest geen commissieloon vraagt is daar niet vreemd aan. Normaal vangt een galerij 40 tot 50% van de verkoopprijs. Dat aandeel ligt in feite veel te hoog, toch als het gaat om nog onbekende kunstenaars. Het zorgt er alvast voor dat slechts weinig mensen zich een echt schilderij kunnen permitteren. Voor de kunstenaar is een hoge marge oké als daar een redelijke verkoop tegenover staat, maar welke galerij kan die garantie bieden? Bij Take Away moet je geen schrik hebben om verliefd te worden op een kunstwerk. Subtitel van de laatste editie was niet voor niets At First Sight. Liefde op het eerste zicht heeft dus wel een prijs, maar laat je niet berooid achter. Natuurlijk wil Verbiest er als organisator ook zelf zijn broek niet aan scheuren. Pernod werd bereid gevonden om als sponsor op te treden en vervult die taak nu al drie edities lang.

Maar met al dat gebabbel over business modellen en commissielonen en het aantrekken van sponsors zouden we vergeten waar het werkelijk om gaat. Over dus naar de vraag die intussen op ieders lippen brand: Hoe zit het met de kunst? Ik zal het u zeggen: die is bijlange niet slecht. Als ik mij even beperk tot de schilders dan onthoud ik vooral de werken van Sam Vanderveken en van Klaas Vanderlinden. Van Vanderveken kregen we o.a. een leuke ontmoeting te zien tussen het monster van Loch Ness en enkele grafisch bijgewerkte personages uit een schilderij van Caravaggio. Loch Ness dook ook in nog andere schilderijen op en ergens meende ik ook een figuur uit een werk van Brueghel te herkennen. Klaas Vanderlinden maakte indruk met bevreemdende nachtelijke scènes van wegenwerkers in fluovesten. Van zijn hand waren er ook mooie Dickensiaans aandoende portretjes te zien. Verder was er interessant fotografisch werk met een zeker Vanessa Beecroft gehalte van Celine Camps. Tijdens onze aanwezigheid was er ook een performance aan de gang. Twee personen leunden tegen elkaar met hun gezicht, weliswaar met een kussen ertussen. Na de vertoning lag het kussen, enigszins doordrenkt met zweet en speeksel, uitgestald in een glazen vitrine. In een zaaltje achteraf troffen we ook nog een koevorm bedekt met gras aan, die haar schaduw afwierp op een geprojecteerd weidelandschap. Vanderbiest kent echt wel iets van kunst. Je kan aan de werken zien dat hij op zijn vijftiende al zijn eerste schilderij kocht. Dan zit ik eigenlijk nog maar met één vraag: bij welke galerij was dat?

Labels:

1 Comments:

Blogger Ilse Jansoone said...

Interessant verslagje. Ik had de flyer ook tegen gekomen maar ben er op dat moment niet geraakt. Blijkbaar heb ik wel wat gemist.

1:47 p.m.  

Een reactie posten

<< Home