vrijdag, november 30, 2007

Kunst in huis 3

Na een ongelukkig intermezzo met een paar slecht gekozen werken hebben we weer een mooie vangst gedaan. Meer bepaald een letterlijk muurvullend stlleven van 1m70 breed op 1m20 hoog. Een prachtig werk van een zekere Anne E. Rosé, heeft iemand al van haar gehoord? Er staan 9 citroenen in een schaal op het doek. Dergelijke onderwerpen blijken haar specialiteit te zijn. Op haar website vind je ook afbeeldingen van stllevens met pruimen, appels, kersen, stekelbezen en dergelijke. De sensuele rijpe vormen van fruit, maar dan enorm uitvergroot. De eenvoud van voedsel. Op haar website zegt de artieste dat het eten na het schilderen komt. Je kan de honger bijna zien!

Labels:

zaterdag, november 24, 2007

Expotip 1

Tentoonstellingen die ik graag zou bezoeken:
> "Para", werk van Neo Rauch in het Max Ernst Museum in Brühl (Duitsland), 28/10/2007-30/3/2008. Rauch is mijn favoriete schilder. Ik zag ooit zijn eerste expo in het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Dit is zijn laatste expo tot 2010, de schilder trekt zich een tijdje terug. Done!
> "Rubens, een genie aan het werk" in het KMSK in Brussel, 14/9/2007-27/1/2008. Die goeie ouwe Rubens, hoe deed hij het toch allemaal? Done!
> "Samson en Delila, Een Rubensschilderij keert terug" in het Rockox huis in Antwerpen, 16/11/2007-10/02/2008. Een bekend schilderij. Uitgeleend door de National Gallery om tijdelijk op zijn originele plaats terug te hangen. Die plaats is de open haard in de living van mijnheer Rockox. Done!
> "Earth studies", werk van Chris Vanbeveren in galerij Arttrack in Gent, 9/12/2007-3/2/2008. Werk van mijn schilderleraar! Done!
> "Heidegger's Forest", werk van Robert Devriendt in galerij Baronian Francey in Brussel, 26/10/2007-1/12/2007. Grote schilderijen op postzegelformaat. Done!
> Jan De Maesschalck in Galerij Zeno X in Antwerpen, 26/10/2007-1/12/2007. Illustrator bij De Morgen. Maakt ook vrij werk.
> "Alechinsky van A tot Y" in het KMSK in Brussel, 23/11/2007-30/3/2008. Onze eigen Cobra schilder, lieveling van Jessie.
> "Bert De Beul & works from the collection" in de Chinese Modern Art Foundation in Gent, 17/11/2007-13/1/2008. Bert De Beul stelt eigen werk tentoon en mocht ook een selectie maken uit de collectie van Frank Uytterhaegen.

Labels:

zondag, november 18, 2007

Eigen werk 15

Dit schilderij heet "Voor weekend en vrije tijd". De man heeft een pak aan om hem tegen de stress van het weekend en de terreur van de vrije tijd te beschermen. Het chalet in het groen staat symbool voor het weekend en de vrije tijd. En het feit dat het tafereel geschilderd is ook, want schilderen is toch de nummer één vrijetijdsbesteding? Het zou ook kunnen dat de man in het beschermingspak een aanslag met zenuwgas heeft gepleegd op de bewoners van het chalet. Wie wil voor mij nog een bedenkelijk verhaal bij dit schilderij bedenken? Ik ben benieuwd naar de reacties! Techniek: acryl op doek. Afmetingen: 70cm hoog, 90cm breed.

Labels:

zondag, november 11, 2007

Vincent Van Gogh leeft!

Vincent Van Gogh leeft en hij heet Sam Dillemans. Dat is toch mijn conclusie na het zien van de documentaire "Sam Dillemans, de waanzin van het detail". Oké, hij heeft zijn beide oren nog. En zijn schilderijen zien er niet helemaal hetzelfde uit. Maar je kan je geen beter vertegenwoordiger van Van Gogh's erfgoed indenken dan Dillemans. Net als van Gogh is hij verslaafd aan verf. Hij smeert die even dik uit als Van Gogh dat deed, bereikt dezelfde variatie in borstelstreken, weet op dezelfde manier de verf ten dienste te stellen van het onderwerp. De kleuren zijn wel donkerder, Dillemans woont dan ook niet in Zuid-Frankrijk maar in Borgerhout. Ook kiest hij andere onderwerpen, het landschap komt bij hem bijvoorbeeld niet aan bod. Momenteel maakt hij schilderijen over boksers, niet zo verwonderlijk omdat hij zelf bokst. Slecht voor de handen als je het mij vraagt. Heeft Dillemans dezelfde neiging tot zelfdestructie als Van Gogh? Om terug te komen op de onderwerpen waarover Dillemans schildert: hij heeft wel dezelfde fascinatie voor het (zelf)portret als Van Gogh. We zien in de uitzending een massa zelfportretten. Hij maakt er zelfs één live, erg interessant om zien.
En er zijn nog overeenkomsten met Van Gogh. Parallellen in levenswijze, die de programmamakers maar al te gretig etaleren. Hoe Dillemans enkel leeft voor het schilderen, hoe gepassioneerd hij erover kan praten. Hoe hij zich afzondert van de wereld, welke ascetische levensstijl hij handhaaft. Hoe hij blijft doorwroeten op een schilderij of onderwerp, werkelijk het onderste uit de kan wil halen. Zijn afkeer voor middelmatige schilders. Zijn bewondering voor grote meesters als Rubens wiens genie hij nederig erkent, maar wiens meesterschap hij niettemin nastreeft. Kortom: alle cliché's over het kunstenaarschap passeren de revue. Alle cliché's die met een sterk merk als Van Gogh doorgaans geassocieerd worden. Gemeenplaatsen die erg gesmaakt worden door mensen die de actuele schilderkunst niet van nabij volgen. Die niet weten dat de schilderkunst ondertussen een paar lichtjaren verder zit. Eigenlijk is Dillemans een neoconservatief schilder. Was het niet de curator van Documenta die zich afvroeg of de modernen (Picasso, Van Gogh etc.) niet de nieuwe antieken zijn?
Het succes van de documentaire bewijst dat het doorsnee publiek niet echt mee is en dat wellicht ook nooit zal zijn. En typisch voor TV reflecteert het de smaak van het publiek. De galerijhouder van Dillemans, Adriaan Van Raemdonck van de Zwarte Panter, mag zich in de handen wrijven. Een betere promotiefilm had hij zich niet kunnen wensen. Al jaren gokt hij op schilders die het romantische beeld van de getormenteerde kunstenaar uitdragen in hun werk en hun leven. Denken we maar aan Fred Bervoets, de schilder-dronkeman met het erg expressieve werk en bijpassend bohémien leven. Of Jan Cox, de schilder van Griekse mythologie die zijn eigen mythe versterkte door zelfmoord te plegen. Tegelijk met de documentaire komt van Dillemans ook een boek uit bij uitgeverij Ludion. Dillemans is gelanceerd! Als Dillemans even vooruitstrevend zou geweest zijn als Van Gogh in zijn tijd, zou dit succes hem zeker niet te beurt gevallen zijn. Of is iedereen vergeten dat Van Gogh zich in complete armoede uiteindelijk het leven benam?
In de documentaire hangt Sam Dillemans een erg negatief beeld op van de amateurkunstenaar. Het is ironisch genoeg tijdens een bokstraining dat hij zo naar de amateurkunsten uithaalt. Deels slaat hij wel raak natuurlijk. Het is werkelijk zo dat de lat in het avondonderwijs doorgaans veel te laag ligt. Dat er dikwijls zonder enige notie van de kunstgeschiedenis wordt gewerkt. Dat het voor velen om bezigheidstherapie gaat. Dat het maken van een expositie tegenwoordiger makkelijker is dan het maken van een goed schilderij. Maar, er worden recent echt wel inspanningen gedaan om het niveau op te drijven. Denken we alleen al aan de vele vormingsinitiatieven van Kunstwerkt, een vzw die zich richt op het begeleiden van de amateurkunstenaar. Er zijn wel degelijk niet-professionele kunstenaars die het schilderen heel ernstig opvatten. Zonder dat ze daar direct hun job voor opgeven of hun kinderen in de steek laten. Over een zee van tijd beschikken zoals Dillemans is trouwens geen garantie op goed werk. Er zijn nog andere format's voor een schildersleven dan dat van Van Gogh!

Labels:

zaterdag, november 03, 2007

Puberale schilderijen

Een surrealist die ik altijd wat verwaarloosd heb is Balthus. Tot vorige week was werk van hem te zien in het Ludwig museum in Keulen. Zelf beweerde hij helemaal geen surrealist te zijn. Toch wordt hij de Freud van de schilderkunst genoemd. Freud stelde dat ons verstand slechts een schaamlapje is voor het kindse en het primitieve in ons. Het is die stelling die de surrealisten hebben toegepast op de kunst. Ze beweerden dat het verstand echte kunst in de weg stond en deden er bij de productie van hun werk alles aan om het uit te schakelen. Bekende voorbeelden zijn de écriture automatique en het vrij associëren van beelden. Het resultaat zijn de droomachtige taferelen van Magritte, Dali, de Chirico etc.
Toch kan je niet ontkennen dat ook in Balthus’ schilderijen een dromerig sfeertje hangt. Ze zijn duidelijk niet het gevolg van een surrealistische methodiek, maar het resultaat is wel gelijkaardig. Dat komt wellicht omdat hij het domein van de puberteit aanroert, een toestand die inderdaad weinig met verstand te maken heeft. Het kinderlijke is nog altijd aanwezig, maar wordt aangevuld door opkomende sexuele verlangens. Ach, eigenlijk was Balthus gewoon geïnteresseerd in pubermeisjes. Hij portretteerde ze liefst half gekleed en in licht suggestieve poses. De onschuld is nog aanwezig, maar lang zal die niet meer standhouden. We zien meisjes met een ontblote borst, met een openvallende kamerjas, met opgetrokken benen in korte rok etc. Dat alles in burgerlijke interieurs en liefst in gezelschap van andere meisjes of kinderen.
In zijn tijd werd één en ander behoorlijk shockerend gevonden. En sinds Dutroux nu wellicht opnieuw. Tegelijk blijft het een onderwerp dat velen fascineert. Denken we maar aan de Japanse obsessie voor schoolmeisjes, die o.a. in Manga strips uitdrukking vindt. Wel grappig in dat verband is dat Balthus’ tweede vrouw een Japanse was, die bovendien 35 jaar jonger was dan hijzelf. En, zijn eerste vrouw was zo jong dat hij meer dan 10 jaar moest wachten om haar te trouwen. Ze had trouwens nog model voor hem gestaan en komt voor op verschillende van zijn schilderijen. Zelf zegde hij dat meisjes veel interessanter zijn dan vrouwen. Ze zijn nl. nog onvoltooid, het mysterie is nog aanwezig. Jaja, dat zal wel.
Ondanks de controverse die zijn schilderijen veroorzaakte, weigerde hij jarenlang elke uitleg. Hij vond schilderen een taal op zich en praten over een schilderij daarom onzinnig. En praten over de schilder nog meer. Over zijn leven is ondertussen echter heel wat bekend, en ook over zijn techniek en over de schilders die hij tot voorbeeld nam. Zijn levenswandel was redelijk buitengewoon. Over zijn Japanse vrouw hadden we het al, maar hij woonde ook in een gigantisch chalet in Zwitserland (vroeger een hotel) en liet zich op twijfelachtige gronden graaf noemen. Hij schilderde wel heel erg op zijn gemakske en produceerde amper één schilderij per jaar. Zijn royale levensstijl had hij zeker in het begin van zijn carrière eerder aan zijn rijke afkomst te danken.
Een schilder die hij erg bewonderde was Piero della Francesca, met wiens stijl de zijne inderdaad opvallende overeenkomsten vertoont. Idem voor het werk van Géricault en Courbet. Minder qua stijl maar eerder inhoudelijk zijn er overeenkomsten met Degas en Bonnard, ook ouwe snoepers die graag jonge meisjes afbeeldden. En uiteraard, hoe voorspelbaar toch, was hij een liefhebber van het werk van Lewis Carrol (Alice in Wonderland).
Balthus vond van zichzelf dat hij de schilderstiel goed beheerste, ondanks het feit dat hij nooit een formele schildersopleiding genoot. Hij had weinig goede woorden voor de schilderkunst van zijn tijd (vnl. abstracte kunst) en vond dat het schildersambacht teloor ging. Omgekeerd kon hij zelf op veel interesse van die verloren schilders rekenen. Picasso was bv. erg door zijn werk geboeid, iets dat misschien meer met de inhoud dan met de stijl te maken had.
Erg veel schilderijen kreeg ik in Keulen niet te zien, amper een zaal of vier. Maar het was wel de moeite. La Toilette de Cathy (zie foto) is heel tof en ook La Montagne, twee schilderijen waar ook zijn eerste vrouw op staat. Ook Les Beaux Jours vond ik erg goed. In een aparte zaal hingen er tekeningen en grafiek van zijn hand. Vooral de illustraties die hij maakte voor een uitgave van Wuthering Heights zijn mij daarvan bijgebleven. Wat opviel was dat iemand die zo zelfingenomen was over zijn ambachtelijke kwaliteiten, zijn schilderijen zo slordig afwerkte. Op sommige werken was het rooster nog duidelijk zichtbaar of waren correcties uitgevoerd in pastelkrijt of schemerde de onderlaag duidelijk door. Typisch is het gebruik van weinig gesatureerde kleuren, meestal op een paar groene of rode plekken na. Erg plezant bij hem vind ik de lichamelijke disproporties. Die zijn ook typisch voor het puberlijf, bv. een te groot hoofd of te lange benen.
Ik kon het niet laten om ook de vaste collectie in het Ludwig museum nog eens te samplen. Vooral de Richter-zaal kon mij weer erg bekoren. Er is Richter’s versie van het beroemde Nu Descendant un Escalier en zijn 4069 Farben. Maar, om echt van achterover te vallen zijn toch nog altijd de 48 portretten van filosofen, schrijvers, componisten etc. Voor het eerst viel mij op dat ze zodanig zijn opgehangen dat al die knappe koppen je recht aankijken als je in het midden staat. Werkelijk een intimiderende ervaring. Er was ook een mini-tentoonstelling over het glasraam dat Richter voor de Keulse dom ontwierp. Over dat raam later hopelijk meer. Want na mijn bezoek aan het Ludwig museum toog ik naar de kathedraal om het glasraam te gaan bewonderen, maar er was helaas een kerkdienst aan de gang. Buitenwippers hielden ongelovigen tegen en mijn pleidooi dat ik speciaal uit Brussel kwam maakte weinig indruk. Het argument dat ik vooral in de kunst geloof heb ik maar voor mezelf gehouden.

Labels: